Achtergrond
De adolescentie (<24 jaar) is een dynamische levensfase waarin veel veranderingen plaatsvinden en waarin verschillende psychische stoornissen zich voor het eerst voordoen (75%). Het beroep op jeugdzorg is daarbij de afgelopen jaren enorm gegroeid. Dit hangt samen met grote sociaal-maatschappelijke druk, toename van individualisme en een pessimistisch toekomstperspectief. 1 op de 7 kinderen en jongeren doen een beroep op jeugdzorg. Toch lijkt het niet beter te gaan met jongeren in Nederland en zijn er jeugdigen die door de vangnetten van zorg vallen. Daarbij vragen meisjes eerder om hulp dan jongens en is bekend dat jongens 2-3 keer vaker suïcide plegen dan meisjes.
Doel van het onderzoek
Dit onderzoeksproject kan verdiepende kennis en meer handvatten geven teneinde een gender sensitieve attitude in hulpverleners te vergroten. In samenwerking met ervaringsdeskundigen kan dit leiden tot aanbevelingen voor richtlijnen en de omgeving. Zo vergroten we de kans om nauwer aan te sluiten bij zowel jonge mannen als jonge vrouwen en hen te bieden wat nodig is om uit een suïcidale crisis te komen en om vervolgbehandeling succesvoller te maken.
Aanpak/werkwijze
In samenwerking met 113 worden data over suïcides bij jongeren uit de psychosociale autopsie (PSA)-studie nader geanalyseerd. PSA is een retrospectieve, dynamische, observationele cohortstudie. De PSA is begin 2023 gestart en verzamelt psychosociale kenmerken van personen die door zelfdoding zijn overleden. De studie heeft een mixed-methods design, waarin online vragenlijsten worden gecombineerd met semi-gestructureerde interviews.
Bij het NPI worden de gepseudonimiseerde ROM-data van psychodynamische behandelingen bij jongeren nader geanalyseerd, met inbegrip van gender verschillen en overeenkomsten ten aanzien van beloop en uitkomst van de therapie.