Terug naar Arkin Onderzoek

De 5-stappen methode bij naasten

Achtergrond van het onderzoek
In totaal zijn er naar schatting rond de 2 miljoen mensen in Nederland met verslavingsproblematiek. In zo’n 1.7 miljoen gevallen gaat het hierbij om de legale middelen, zoals alcohol, tabak en slaap- en kalmeringsmiddelen. Verslaving is een groot maatschappelijk probleem dat niet alleen veel leed veroorzaakt bij de mensen die een verslaving hebben, maar ook bij hun naasten, zoals ouders, partners, broers, zussen en kinderen. Deze naasten ervaren vaak hoge mate van belasting of stress, waardoor zij een verhoogd risico hebben op psychische en lichamelijke klachten.

Preventieprogramma’s zijn er voor deze omvangrijke groep niet of nauwelijks, terwijl vroege herkenning, preventie- en behandelprogramma’s voor naasten aanzienlijk kunnen bijdragen aan het voorkomen van problemen en/of verbeteren van de gezondheid van deze groep. In het Verenigd Koninkrijk (VK) heeft het Addiction and the Family International Network (AFINet) een cursus voor naasten ontwikkeld om hen te ondersteunen in de omgang met hun familielid of naaste met verslavingsproblematiek en in zorg voor zichzelf: de 5-stappenmethode. Deze methode is effectief bevonden in het VK, Italië, Mexico en Australië. Verslavingszorginstelling Jellinek is in 2019 begonnen met de uitvoer van de 5-stappenmethode. Echter, de ervaringen met deze methode zijn in de Nederlandse context nog niet onderzocht.

Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is het evalueren van de 5-stappenmethode voor naasten bij Jellinek, bij volwassen naasten van mensen met een verslaving, om zo de preventieve zorg voor deze groep te verbeteren.

De Interventie: de 5-stappen methode
Betrokken familieleden en naasten krijgen een traject aangeboden van vijf gestructureerde groepssessies van een uur, waarin stapsgewijs verschillende onderwerpen voor naasten worden behandeld, waaronder: psycho-educatie over verslaving, het belang van het sociaal netwerk en het bespreken van verschillende coping-strategieën. Naast de groepsgesprekken bestaat de interventie ook uit oefeningen en wordt er een zelfhulphandboek meegegeven, waarin de besproken onderwerpen en opdrachten worden herhaald. De opbouw van de interventie kan als volgt worden beschreven:

  1. Het in kaart brengen van de stress en belasting, die de naaste en anderen ondervinden door het gebruik van de ander.
  2. Het verstrekken van gerichte informatie.
  3. Het bespreken van verschillende coping-strategieën.
  4. Het in kaart brengen van beschikbare (informele) sociale ondersteuning.
  5. Het in kaart brengen van de behoefte aan verdere ondersteuning vanuit Jellinek en/of overige instanties.

Max van Beek

Junior Onderzoeker, Psycholoog

Tamara de Bruijn

Preventiemedewerker, Scientist Practicioner

Anneke Goudriaan

Hoogleraar

Media

 

ISO 9001 HKZNEN7510 Keurmerk

Disclaimer | Privacyverklaring | Cookiebeleid | © 2024 Arkin Onderzoek - Alle rechten voorbehouden | Realisatie: Lemon

Arkin